Discussie en netwerkvorming bij de OESO

“De contacten met de mensen uit de verschillende landen maakt deelname aan deze OESO conferentie heel interessant. Je hoort hoe ze in andere landen omgaan met begrotingsvraagstukken en welke oplossingen ze hierbij hebben. Je bent echt aan het uitwisselen van kennis en ervaring, dat maakt het leuk.” Aan het woord is Arjan Vos, programmahoofd Buitenland bij de Rijksacademie, over de jaarvergadering van de OESO voor ‘senior budget officials van Centraal-, Oost- en Zuid-Europese landen’ (OECD-CESEE), dit jaar gehouden in Roemenië.

Arjan die dit jaar de rol van vervangend voorzitter op zich nam, werkte ook mee aan de OESO budget review van het gastland Roemenië. De resultaten van dit onderzoek zijn tijdens de conferentie gepresenteerd.

Arjan over de dynamiek op de conferentie: “Het is een enorme verscheidenheid aan landen die op verschillende punten in de ontwikkeling zitten. Er deden achttien landen mee waarbij het ene land met een bepaald onderwerp veel verder is dan het andere land en bij andere onderwerpen precies andersom. Dat maakt het interessant en daardoor krijg je ook discussie.”

“Heel belangrijk is netwerkvorming”, vervolgt Arjan. “Er is uitwisseling over de ontwikkelingen die spelen in verschillende landen en we kijken zelf ook wat de positie is van Nederland daarin. Kunnen we iets bijdragen? Kunnen we iets halen? Hopelijk allebei. Het voordeel van hele technische onderwerpen als begrotingen is dat je weg blijft van de politieke discussies die er zijn. Zo blijf je met elkaar in gesprek.”

In aanloop naar de conferentie werkte Arjan met een onderzoeksteam aan een OESO budget review van Roemenië. Dit is een breed opgezet onderzoek waarin alle aspecten van de nationale begroting zijn doorgelicht. Een dergelijk onderzoek vindt plaats op verzoek van het betreffende land zelf. Arjan: “Een aantal adviezen uit het onderzoek zijn direct overgenomen, voor sommige punten geldt dat er meer tijd nodig is. Het rapport is inmiddels gepubliceerd in JOURNAL ON BUDGETING, VOLUME 2022 ISSUE 3, https://doi.org/10.1787/dedebeca-en.”

De bijdrage aan het OESO onderzoeksteam sluit aan bij de doelstellingen van het Kiesgroepprogramma van de Directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen gericht op het verlenen van technische assistentie aan elf landen, waar onder het verzorgen van trainingen. De Rijksacademie werkt hierin mee als uitvoerder op het gebied van begrotingszaken.

“Dat is niet alleen zenden maar we hebben de afgelopen jaren ook weer kennis mee terug genomen. Het heeft ook te maken met de lerende organisatie van onszelf”, verduidelijkt Arjan. “Zo hebben we informatie opgedaan door te werken met andere landen. Bijvoorbeeld op het gebied van de begrotingswetgeving, open budgeting en de financiële opleidingsfunctie zelf

Naast buitenlandse opleidingsactiviteiten werkt de Rijksacademie mee aan projecten en advisering zoals bij de oprichting van een public finance academie in Noord-Macedonië en het versterken van de School of Public Finance in Roemenië. “Het zijn allemaal kleine stapjes. Hoe groter de groep mensen die je opleidt, des te robuuster wordt de basis voor verandering en dat is mooi om te zien.” Meer lezen over de activiteiten van team buitenland? Home | National Academy

Beeld: Rijksacademie