Jubileumcongres Economie en Beleid: 'Een houdbare arbeidsmarkt in de zorg'

De Rijksacademie en het Radboudumc organiseerden op 1 februari voor het 10e jaar het congres 'Economie en beleid’ over de zorg. Dit jaar stond het congres in het teken van de arbeidsmarktproblematiek in de zorg. In 2022 was al sprake van een personeelstekort in de zorg, de verwachting is dat dit verder oploopt. En dat terwijl de zorgvraag alleen maar toeneemt. Wat zijn mogelijke oplossingsrichtingen om de houdbaarheid van de arbeidsmarkt in de zorg te verbeteren? Vraagt dit om een andere manier van werken en opleiden, een andere organisatie van zorg, een andere manier van inzet van technologie?

De inleiders, Jos de Blok, Ab Klink en Karin Proper, deelden hun opinie over dit thema tijdens korte presentaties. Daarna gingen de sprekers met elkaar in debat en beantwoordden zij vragen uit de zaal. Patrick Jeurissen (hoogleraar Betaalbaarheid en toegankelijkheid zorg Radboudumc en wetenschappelijk adviseur Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) trad op als dagvoorzitter.

Patrick Jeurissen trapte het congres af met een introductie in de arbeidsmarktproblematiek. Hij verzorgde voor het publiek een inkijkje op macro-niveau (bv. het tekort in verpleegkunde, vergrijzing), meso-niveau (roep om meer tijd voor patiënten) en micro-niveau (werkdruk, administratieve lasten), waardoor er mogelijk risico’s voor intrinsieke motivatie ontstaan. Daarbij sloot hij af met de hoopvolle notie dat Nederland het internationaal gezien nog niet zo slecht doet. Desondanks is er ruimte voor verbetering om ook in de toekomst met een integrale aanpak bijvoorbeeld het onbenut potentieel te verbeteren, om de zorgvraag het hoofd te kunnen bieden.

Jos de Blok (zorgondernemer en eigenaar Buurtzorg) zorgde met zijn inleiding voor een heldere visie op de zorg: het gaat volgens hem tegenwoordig voornamelijk over geld en bijna niet meer over zorg, waarbij hij fragmentatie, management en bureaucratie hekelde. Voor de toekomst benadrukte hij het belang van integratie waarbij bv. eerstelijnszorg zoveel mogelijk weer lokaal gebundeld wordt. Daarnaast doet hij een beroep op zelflerend vermogen (meer kennis) en zorg thuis (zoveel mogelijk in eigen buurt, i.p.v. in ziekenhuis). De filosofie van Buurtzorg is dat mensen meer met elkaar verbonden moeten worden en er meer aandacht moet zijn voor de sociale kant (‘meer liefde’). In zijn organisatie Buurtzorg wordt er daarnaast gewerkt met zelfsturende teams, wat betekent dat er geen managementlagen zijn zodat het grootste gedeelte van het personeel ook echt beschikbaar is voor de zorg. Hij deelde zijn frustratie dat een nieuwe aanpak en innovatie in de zorg zoals Buurtzorg voor ogen heeft, soms lastig te rijmen valt met de gestelde beleidskaders uit ‘Den Haag’. Desondanks blijft hij met de Nederlandse Zorgautoriteit en het Ministerie van VWS in gesprek om zijn manier van werken te verdedigen.

Dit werd ondersteund door Ab Klink (voormalig minister VWS, hoogleraar Zorg, arbeid en politieke sturing VU Amsterdam, PWC). Zijn boodschap was vooral dat innovatieve krachten in de zorg juist verwelkomd moeten worden, en beloond (met bijvoorbeeld langjarige contracten). In ruil voor gunstige meerjarencontracten geven de zorgaanbieders vervolgens inzicht in hun inspanningen om de zorg te verbeteren. Maar als de overheid dergelijke contracten verplicht zonder ook de openheid van zaken af te dwingen, dan werkt dat contraproductief om de zorg vooruit te helpen. De belangrijkste les is dat het belangrijk is om te variëren in bekostigings- en contracteringsmodellen, en koplopers in de zorg voordelen te bieden om te prikkelen tot innovatie.  

Karin Proper (bijzonder hoogleraar Arbeid, gezondheidsbevordering en beleid Amsterdam UMC en expert arbeid en gezondheid RIVM) presenteerde vervolgens haar onderzoek naar mantelzorg. Mantelzorg onder de werkende beroepsbevolking neemt de afgelopen jaren toe, vanwege de stijgende levensverwachting. Dit kan als een grote last drukken op de individuele werknemer, die zorg, werk en privé moet combineren. Sociale steun, ook vanuit de werkgever, is belangrijk om mentaal gezond te blijven en stress het hoofd te kunnen bieden. Het onderzoek richt zich o.a. op gespreksbegeleiders om meer begrip op de werkvloer en onder werkgevers te generen voor mantelzorg.

Tijdens de paneldiscussie schoof ook Nicole Kroon (directeur afdeling Macro-economische vraagstukken en arbeidsmarkt (MEVA) bij VWS) aan en verdedigde het huidige VWS-beleid. Het was duidelijk dat de sprekers het niet altijd met elkaar eens waren over de aanpak (waarbij Jos de Blok riep om meer integratie en minder regeldruk, en Ab Klink meer maatwerk en transparantie nodig achtte), maar de saamhorigheid van het panel was te vinden in het gezamenlijke doel: het verbeteren van de zorg en de arbeidsmarkt in de zorg.

Programmamanager economie-opleidingen Linda Konijn sloot het congres met tevredenheid af: “Met een volle zaal was het congres nog drukker bezocht dan we hadden verwacht. Deelnemers gaven aan dat ze de middag erg informatief vonden, met goedgekozen sprekers met verschillende perspectieven en standpunten om het debat te voeden. Het is mooi om te zien dat de organisatie van dit congres gewaardeerd wordt en dat wij als Rijksacademie het debat kunnen faciliteren om te werken aan de uitdagingen van vandaag en de toekomst”. Meer weten over de zorg? Schrijf je in voor de Masterclass Economie & Beleid over de betaalbaarheid van de zorg