Symposium duurzaamheidsverslaggeving: Rijk op weg

Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving? Hoe ver is het Rijk hier eigenlijk mee? Welke initiatieven bestaan er al? En wat kan het Rijk van bedrijven leren? Deze vragen stonden centraal bij het symposium 'Rijk op weg'.

Beeld: ©Rijksacademie
Lizette Pleyte

Het symposium, georganiseerd door het Ministerie van Financiën en de Algemene Rekenkamer, volgde op het succesvolle symposium 'De Gebruiker centraal – samen naar een verbeterde informatievoorziening' van vorig jaar. Lizette Pleyte en Miranda Pirkovski openden namens beide organisaties het symposium.

Beeld: ©Rijksacademie
Miranda Pirkovski
Beeld: ©Rijksacademie
Tjerk Budding

Onder leiding van dagvoorzitter Tjerk Budding, hoogleraar public sector accounting aan de Vrije Universiteit Amsterdam, werden de nieuwste trends in duurzaamheidsverslaggeving belicht. Dit leidde tot een levendige discussie door vragen uit het publiek. Tjerk trapte af door inzicht te geven in hoe duurzaamheid en de SDG's (Sustainable Development Goals) vorm krijgen binnen zijn eigen semipublieke organisatie.

Beeld: ©Rijksacademie
Simon Braaksma

Na de opening en het welkomstwoord gaf Simon Braaksma, senior directeur sustainability van Philips, een introductie op het thema duurzaamheid. Braaksma ging in op de belangrijkste aspecten van de Europese wet- en regelgeving van de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) en het regelgevend kader van de ESRS (European Sustainability Reporting Standards). Het dubbele materialiteitsprincipe passeerde de revue, voor welke organisaties de regelgeving van toepassing is, op welke wijze en welk moment er moet worden gerapporteerd en de diepgang van de verplichte controle op al deze informatie.

Na de uiteenzetting van het raamwerk van wet- en regelgeving gaf Braaksma inzicht in de aanpak bij zijn eigen organisatie. In 2023 publiceerde Philips al weer zijn 15e geïntegreerde jaarverslag waar duurzaamheidsinformatie onderdeel van uitmaakt. En sinds 2022 is de inhoud van het jaarverslag mede bepaald op basis van de dubbele materialiteit. Ten slotte gaf Braaksma een inkijkje welke ruimte voor verbetering hij ziet voor de komende jaren.

Na de pauze gaven vertegenwoordigers van het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en Rijkswaterstaat, en ProRail en Deloitte pitches over de manier waarop hun organisaties bezig zijn met duurzaamheidsverslaggeving.

Beeld: ©Rijksacademie
Merel Kuipers en Amber Hensema

I&W (Merel Kuipers) en Rijkswaterstaat (Amber Hensema) lichtten toe dat het duurzaamheidsverslag van I&W is ingericht in lijn met de strategieën en sturing van het ministerie rond de eigen organisatie, de uitgevoerde projecten en de beheerde gebieden. Het verslag heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld van een ´feel good/document´ tot een strakker en meer marktconform verslag conform de Global Reporting Initiative (GRI) standaarden. Streven is duurzaamheid zoveel mogelijk te verankeren in de core business van de bedrijfsvoering en de uitvoering. Motto daarbij is ´We doen het duurzaam of we doen het niet´. Uitdaging is nog de verbinding met het beleid, van waaruit ook veel duurzaamheidsimpact wordt gemaakt. De beleidsverantwoording zit echter in de reguliere jaarverantwoording, niet in het duurzaamheidsverslag.   

Beeld: ©Rijksacademie
Bas Ringnalda en George Straatman

Bas Ringnalda van ProRail benadrukte het belang dat duurzaamheidsverslaggeving vooraf wordt gegaan door een interne dialoog over de duurzaamheidsaspecten en de wijze van besturing en beheersing binnen de organisatie. George Straatman (extern accountant ProRail) vulde daar op aan hoe een accountant assurance (zekerheid) kan verlenen op duurzaamheidsinformatie, wat de diepgang en waarde van deze zekerheid is en welke uitdagingen dat met zich meebrengt voor de accountant.

Paneldiscussie

Een panel, bestaande uit Martin Dees (AR), Merel Kuipers (I&W), Amber Hensema (RWS), Bas Ringnalda (Prorail) en George Straatman (Deloitte), bediscussieerde vier stellingen. Deze vormden de kern van het gesprek tussen de panelleden en het publiek.

De eerste stelling, over de middellange termijn (2-5 jaar), voorspelde dat de Nederlandse publieke sector hoogstwaarschijnlijk te maken zal krijgen met regelgeving omtrent duurzaamheidsverslaggeving.

De tweede stelling benadrukte dat, ongeacht het al dan niet invoeren van verplichte regelgeving, de Nederlandse rijksoverheid zich hoe dan ook serieus moet bezighouden met duurzaamheidsverslaggeving. De panelleden en het publiek waren eensgezind dat de rijksoverheid een voorbeeldrol dient te vervullen op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving.

Het panel besprak ook het belangrijkste advies voor de Nederlandse rijksoverheid betreffende verdere stappen in duurzaamheidsverslaggeving als derde stelling.

De laatste stelling focuste op wat de Nederlandse rijksoverheid absoluut zou moeten vermijden in het kader van duurzaamheidsverslaggeving.

Beeld: ©Rijksacademie

Tjerk Budding rondde het symposium af door de ochtend samen te vatten. Tijdens de lunch is er nagepraat.

We bedanken alle sprekers en deelnemers voor hun aanwezigheid en het delen van inzichten tijdens dit  symposium. Heb jij ook interesse in een congres of opleiding bij de Rijksacademie? Meld je dan aan voor één van de opleidingen van de Rijksacademie.

Beeld: ©Rijksacademie