Zomercongres Economie 'Overheid in transitie’: wat moet de rol van de overheid zijn in de economie?

Op dinsdag 27 juni kwamen geïnteresseerden bijeen op de Rijksacademie voor het zomercongres ‘Overheid in transitie: zitten we aan het juiste stuur?’

Op dinsdag 27 juni kwamen geïnteresseerden bijeen op de Rijksacademie voor het zomercongres ‘Overheid in transitie: zitten we aan het juiste stuur?’. Na de pandemie zitten we nu in een periode van een complexe economische omgeving en hoge inflatie. Dat vraagt om een ingewikkelde beleidsmix. Wordt overheidssteun wel op de juiste manier ingezet in de economie, of zit overheidssteun het proces van vernieuwing in de weg en is juist een gezonde dosis ‘creatieve destructie’ nu hard nodig? Wat moet de rol van de overheid eigenlijk zijn? Kortom: zit de overheid in deze transitiefase nog achter het juiste stuur, en waar stuurt ze dan heen?

Drie keynote sprekers, Irene van Staveren, Joris Knoben en Otto Raspe, deelden hun opinie over dit thema tijdens korte presentaties. Daarna gingen de sprekers met elkaar in debat tijdens de paneldiscussie en beantwoordden zij vragen uit de zaal. Rens Nissen (directeur Algemene Financiële en Economische Politiek bij het Ministerie van Financiën) trad op als dagvoorzitter.

Rens Nissen trapte het congres af met een inleiding over het veranderende denken over de economie in de tijd, aan de hand van het woordgebruik in de Miljoenennota. Waar in de jaren ’80 wordt het woord ‘privatisering’ veel werd gebruikt, opgevolgd door een golf van het gebruik van de term ‘verzelfstandiging’ in de jaren ’90, volgt daarna een duidelijke piek in ‘toezicht’, ook na de financiële crisis. Kortom: de overheid trekt zich terug door te verzelfstandigen en privatiseren maar blijft een vinger aan de pols houden vanuit haar rol als toezichthouder, waar steeds nieuwe regulering en toezichttaken bij komen. Ondanks de grotere marktwerking in diverse sectoren is de totale omvang van de overheid ten opzichte van de economie de laatste decennia niet erg veranderd. De rol van de overheid is dus niet alleen te verklaren door de omvang van de overheid, maar meer hóe die overheid zich opstelt. Zo heeft het werk van Mariana Mazzucato recentelijk de discussie aangewakkerd over het uitbesteden van overheidsdiensten (de afgelopen 10 jaar is die verdrievoudigd).

Irene van Staveren (hoogleraar Pluralistische Ontwikkelingseconomie aan het Institute of Social Studies - EUR) sprak over de faciliterende rol die de overheid heeft gespeeld voor ‘BV Nederland’, wat tot strategisch gedrag bij het bedrijfsleven heeft geleid. Veel private bedrijven profiteren van publiek gefinancierde innovaties, terwijl nadelen en risico’s op de samenleving worden afgeschoven. De vraag is hoe je als overheid de regie terugpakt bij grote uitdagingen. Hiervoor is niet zozeer een grotere overheid nodig, maar wel een sterkere. Dit betekent missie-gericht werken & doen; effectiever i.p.v. efficiënter. Mazzucato heeft hierover ook diversie aanbevelingen gedaan. Een voorbeeld is het aanhouden van royalties en patenten voor technologie die met overheidsgeld is ontwikkeld. De kern hierbij is om als overheid samen te werken met bedrijven die hetzelfde doel nastreven: ‘pick the willing’ en niet ‘pick the winners’. Stel harde grenzen en targets met een lange termijnperspectief.

In de presentatie van Joris Knoben (hoogleraar Strategie en Ondernemerschap, Universiteit van Tilburg) stond het thema ‘tegenwind’ centraal. Dit doet namelijk de (ondernemende) vlieger stijgen en is dus niet altijd leuk, maar soms wel nodig. Bedrijven die gestart zijn in tijden van tegenwind, overleven immers vaker en zijn innovatiever. Hetzelfde geldt voor innovatieve hotspots (denk aan Eindhoven/brainport); die hebben vaak ook diepe dalen gekend in het verleden. Een beetje tegenslag kan gunstig zijn om bedrijven en mensen in beweging te krijgen. Tegenwoordig leven we echter in een ‘compensatiemaatschappij’: ondernemen is niet meer voor eigen rekening en risico, maar risico’s worden collectief gemaakt: men wil subsidie voor alles dat ‘moet’, steun voor elke tegenslag en compensatie voor alles wat je niet krijgt (dit geldt ook deels voor burgers). Het is echter gezond dat bedrijven met enige regelmaat omvallen. Het beleid is vaak gericht op het ondersteunen van bestaande bedrijven, terwijl het zich beter kan richten op het creëren van mogelijkheden voor een goede bedrijfsdynamiek (bijvoorbeeld door duidelijkheid voor de lange termijn te verschaffen en te focussen op de grotere doelen i.p.v. bemoeien op iedere keuze/afslag van een bedrijf).

Otto Raspe (Hoofd RaboResearch Regio’s, Innovatie, Duurzaamheid en Ondernemerschap en Professor of Pratice Brede Welvaart bij de Universiteit van Tilburg) was de derde spreker. Zijn kernboodschap was dat de overheid meer moet sturen op Brede Welvaart. Onderzoek van de Rabobank heeft uitgewezen dat Brede Welvaart (volgens het totaal van 11 dimensies die ‘mensen van waarde vinden’) de laatste drie jaar nagenoeg stabiel is gebleven. In de onderliggende dimensies zit echter veel dynamiek: met het inkomen en de baanzekerheid in Nederland gaat het goed, maar het subjectief welzijn en huisvesting zijn negatief. Daarbij komt dat er ook regionaal in Nederland grote verschillen zijn. En: op tien van de elf factoren zijn we er het afgelopen jaar op achteruit gegaan, waarbij de stapeling van negatieve effecten het sterkst is voor groepen met een laag inkomen en werklozen. Voor de transitie naar een duurzame en inclusieve economie is toekomstbestendig ondernemen nodig. Hiervoor moet het vermogen om te veranderen van bedrijven drastisch omhoog. De overheid zou zich moeten richten op het helpen van mensen/bedrijven in de transitie naar een nieuwe economie. Daarnaast is oog hebben voor de opgaven van regio’s en dialoog met de samenleving cruciaal.  

Het congres was onderdeel van het afstudeertraject van Shilaf Sliman, projectleider bij de Rijksacademie: “Het organiseren van congressen als onderdeel van mijn afstudeerproject voelde als het planten van een zaadje en zien hoe het uitgroeide tot een prachtige bloem. Het is geweldig om na weken van voorbereiding een levendig congres te zien ontstaan, vol energie en inspiratie. En laten we eerlijk zijn, het is ook een geweldige gelegenheid om nieuwe mensen te ontmoeten en je netwerk te vergroten!”

Ook programmamanager economie-opleidingen Linda Konijn kijkt tevreden terug: “we hebben een mooi programma neer kunnen zetten met sprekers die het publiek inspiratie boden vanuit verschillende invalshoeken. Er ontstond een interessant gesprek over de rol van de overheid in de economie. Dit thema zal de komende tijd niet verdwijnen, sterker nog: het vraagstuk zal steeds belangrijker worden. Mooi dat wij als Rijksacademie kunnen bijdragen aan het maatschappelijk debat”.

Wil je verder praten en leren over thema’s als overheidsfinanciën, publieke belangen of brede welvaart neem dan eens een kijkje in het opleidingsaanbod en schrijf je in voor een van onze opleidingen.